https://www.groene.nl/artikel/getekend-in-meel
door Maria Vlaar, De Groene Amsterdammer, 16 maart 2016
Pijn helpt je om je dingen te herinneren, ontdekt de dertienjarige Emma als ze bij haar oma in huis woont en beiden voor de opdracht staan om verder te gaan met hun leven, terwijl al hun geliefden dood zijn.
Emma bekrast en prikt zichzelf om zo de herinneringen aan haar liefhebbende ouders uit haar kindertijd boven te laten komen. Toch beschrijft de Hongaarse auteur György Dragomán (1973) geen meelijwekkend vogeltje, maar een levenskrachtige, geestige, ondernemende jonge vrouw. Dragomán groeide op in Transsylvanië en verliet Roemenië als vijftienjarige, kort voordat de revolutie een einde maakte aan het bewind van dictator Ceausescu. In Hongarije groeide hij uit tot een van de belangrijkste schrijvers van zijn generatie. Vuurstapel speelt zich af rond 1990 in Roemenië. De communistische dictator is gedood en Emma’s oma komt haar ophalen uit het kindertehuis waar ze woont. Emma gaat mee met deze voor haar volkomen vreemde vrouw en leert stukje bij beetje haar familiegeschiedenis kennen. Parallel met Emma’s rouwproces om haar gestorven ouders kan oma door de aanwezigheid van haar kleindochter eindelijk rouwen over de dood van haar beste vriendin, een joodse die zij in de Tweede Wereldoorlog voor de razzia’s verborg in de houtschuur achter het huis. Het leven van oma verloopt via drie traumatische gebeurtenissen. De eerste vindt plaats in de oorlog. De nazi’s ontdekken de onderduik en vermoorden ter plekke als vergelding oma’s ouders. Die dood doet de lezer denken aan een iconische moord in Roemenië: de standrechtelijke executie van Ceausescu en zijn vrouw Elena in 1989. Een dood die uiteindelijk voor het volk veel minder veranderde dan gehoopt: ‘Ze schieten een generaal een kogel door zijn kop, en prompt denken alle honden dat zij de baas zijn.’ Voor Emma en oma is de ondergang van het communisme nu eenmaal niet per se een verbetering van hun leven. Oma’s tweede trauma vindt plaats op bijltjesdag, de periode van afrekening na onderdrukking. Als de IJzeren Muur valt moeten opa en oma eraan geloven, omdat zij verklikkers zouden zijn geweest voor de geheime dienst. Heeft opa ook zijn dochter en schoonzoon, Emma’s ouders, verraden? Het hele gezin, generatie op generatie, is getekend door de geschiedenis. Na de 1989-revolutie grijpen de communisten in Roemenië opnieuw de macht. De Securitate maakt zijn eigen rekening op en vermoordt honderden mensen, waarvan velen ‘verdwenen’ zijn. Er breekt een tweede opstand uit van mijn- en staalwerkers, waaromheen zich tegen het einde van het boek, als het verhaal langdradig dreigt te worden, zelfs nog een intrigerende plot ontwikkelt. Opnieuw wordt oma als verklikker door ‘het volk’ veroordeeld, een autoband met diesel om haar nek gelegd. Dat is de derde keer dat oma ‘alles vergeten is’, waarvoor ze al eerder jarenlang in een psychiatrische kliniek doorbracht. Op surrealistische wijze lopen heden en verleden in Vuurstapel door elkaar en soms verschijnen de doden zodat oma met ze kan praten. Het verleden spreekt vanuit een schelp die ze tegen haar oor houdt, en de toekomst voorspelt ze door te tekenen in het meel dat ze uitspreidt over de keukentafel. Oma heeft iets van een heks en dat is niet voor niets: Dragomán laat op onnadrukkelijke wijze zien dat er in Europa nog steeds zoiets bestaat als publieke heksenverbrandingen. Vuurstapel laat met kracht zien hoe hol woorden als verraad, schuld en vergelding eigenlijk zijn als het gaat om mensenlevens. Iedere vergelding wordt weer beantwoord door een andere, maar rechtvaardiging komt niet in zicht. ‘Mijn dood is niet bedoeld om in mijn naam anderen te doden, ik weet niet waarom ik dood moest, maar ik weet wel dat het niet hierom was!’ laat Dragomán een meisje roepen dat tijdens de volksopstand op het Universiteitsplein van Boekarest het leven liet. Dragomán vertelt het verhaal via de dingen. Oma’s huis is bevolkt door opa’s bezittingen, zijn sigaretten, zijn stoel, zijn aansteker. En ook voor Emma, die met nagenoeg niets het kindertehuis verlaat, brengen al die voorwerpen herinneringen met zich mee. Als Emma op school een stervormig ‘maartspeldje’ krijgt om het voorjaar te vieren, denkt oma aan de jodenster die haar vriendin moest dragen. De walnoten uit de tuin die bewaard worden in een grote kist, hoe hun schil voelt, de bitterheid van hun smaak: de prachtig beschreven details in Vuurstapel ademen heimwee naar de tijd waarin het lot nog te keren leek. ‘Het haar wordt rood, het laken wordt wit, de geglazuurde kruik wordt groen, de notenhouten ladekast wordt bruin. Alles wordt weer zoals het voor die tijd was.’ Intussen weet Emma zich ondanks alles te verheugen op haar toekomst en verliefd te worden. Dat lijkt de boodschap van Dragománs indrukwekkende familie-epos: dat een getraumatiseerd volk wel degelijk de rouw kan verwerken en aan een menswaardiger toekomst kan beginnen. Een vuurstapel is immers ook louterend.